Er zijn ook Nederlanders die vluchtelingen wel verwelkomen

In de zomer van 2021 diende kamp Heumensoord in Nijmegen opnieuw als noodopvang voor vluchtelingen. Veel mensen meldden zich als vrijwilliger. Onderzoekers Maikel Meijeren, Marcel Lubbers en Peer Scheepers zochten uit wat hen motiveerde en welke les er te trekken valt.

Het voormalige militaire Kamp Heumensoord bood in de periode van 2015 tot 2016 tijdelijk onderdak aan vluchtelingen uit Syrië en Eritrea. Vijf jaar later deed het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) opnieuw een beroep op Nijmegen. Of de gemeente als beheerder van het kamp mee wilde meewerken aan de tijdelijke opvang van Afghanen die na de machtsovername van de Taliban halsoverkop naar Nederland waren gevlucht. De Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls en zijn Heumense collega Marriët Mittendorff honoreerden het verzoek van COA. Humanitaire overwegingen gaven de doorslag.

Grote bereidheid

In navolging van hun burgemeester bleken veel Nijmegenaren bereid om ook nu weer vluchtelingen op te vangen.

Waarom wilden zovelen meehelpen bij de opvang van vluchtelingen?

Toen duidelijk werd dat in Kamp Heumensoord Afghanen zouden worden opgevangen, meldde een groot aantal mensen zich aan om als vrijwilliger bij die opvang te helpen. Waarom wilden zovelen meehelpen bij de opvang van vluchtelingen? Wat dreef de vrijwilligers? Met ons onderzoek probeerden we hierop antwoord te geven.

Voordat we onze bevindingen toelichten, eerst nog een enkele opmerking over vrijwilligerswerk in het algemeen en over vrijwillige inzet bij vluchtelingenopvang in het bijzonder. Eerder hebben we hier al vastgesteld dat organisaties die afhankelijk zijn van de inzet van vrijwilligers soms grote moeite hebben om voldoende kandidaten te vinden. Vluchtelingenwerk echter niet, de organisatie kon na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne in 2022, in amper twee weken, ruim elfduizend nieuwe vrijwillige medewerkers bijschrijven. En zo’n sterke mobilisatie van vrijwilligers was een jaar eerder in Nijmegen niet veel anders.

Je zet je vrijwillig in voor mensen die doorgaans geen deel uitmaken van je eigen groep

Dat is opmerkelijk, vooral als je bedenkt dat ondersteuning bij de opvang van vluchtelingen op een belangrijk punt verschilt van andere vormen van vrijwilligerswerk. Je zet je vrijwillig in voor mensen die doorgaans geen deel uitmaken van je eigen groep. Gezien het maatschappelijke klimaat rondom migranten, en vluchtelingen in het bijzonder, waarbij het veelal gaat over minder en soberder, is het van belang om een evenwichtig beeld te geven, met aandacht voor de vele Nederlanders die zich als vrijwilliger inzetten voor vluchtelingen.

Motieven

Eerder schetsten we een profiel van vrijwilligers bij humanitaire organisaties, zoals Vluchtelingenwerk. Daaruit bleek dat de vrijwilligers vaak hoogopgeleid zijn, vaak deel uitmaken van een kerkgemeenschap, regelmatig culturele instellingen bezoeken en vaak al gepensioneerd zijn. Hoewel opleidingsniveau, kerkelijkheid en culturele deelname voor dit onderzoek niet opnieuw zijn uitgevraagd, werd het beeld van veelal gepensioneerde vrijwilligers opnieuw bevestigd.

Voor ons onderzoek hebben we 44 vrijwilligers bevraagd die vrijwilligerswerk deden in Kamp Heumensoord. Uit hun antwoorden bleek dat ze twee belangrijke motieven delen om vrijwillig bij te dragen aan de noodopvang in Kamp Heumensoord.

  • Behoefte aan contact met mensen uit andere culturen. Zo verklaarde een respondent: ‘Ik ben sowieso heel geïnteresseerd in andere culturen en het is zo verrijkend om die mensen te ontmoeten en te zien hoe zij hun kinderen opvoeden en omgaan met hun problemen.’
  • Veel vrijwilligers willen voor Vluchtelingenwerk werken, omdat ze vinden dat iedereen een rechtvaardige behandeling moet krijgen, ook mensen die ze niet kennen. Ook uit Duits onderzoek komt naar voren dat vrijwilligers uit een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel handelen.

Ook de coördinatoren van vrijwilligers hebben we gesproken. We wilden van hen weten welke motieven zij identificeerden. Ze noemden er een aantal die de vrijwilligers zelf niet hadden genoemd.

  • Behoefte aan contact. Sommige vrijwilligers hadden gevoelens van eenzaamheid, via het vrijwilligerswerk wilden ze daaraan ontsnappen en contact met anderen leggen.
  • Troost en verlichting. Weer andere vrijwilligers benutten vrijwilligerswerk om terug in de maatschappij te komen, na ziekte, burn-out of ontslag.

Voor sommige mensen lijkt vrijwilligerswerk een remedie voor eigen tegenslagen of problemen.

‘Voor ons, oudere vrijwilligers, speelt het carrièremotief niet of nauwelijks een rol’

Gebeurt het omgekeerde ook? Zien mensen vrijwilligerswerk soms ook als een opstapje naar een mooie carrière? Het antwoord daarop is afhankelijk van de leeftijd. Een oudere vrijwilliger: ‘We zitten hier met mensen van wie sommigen al met pensioen zijn. Voor ons, oudere vrijwilligers, speelt het carrièremotief niet of nauwelijks een rol.’ Een jongere vrijwilliger daarentegen zegt: ‘Ik sta aan het begin van mijn carrière, dus dat ik dit werk op mijn cv kan zetten, is zeker iets dat voor mij belangrijk is.’

Als vrijwilliger zochten ze vooral verbinding met andere, veelal onbekende netwerken

Onze respondenten meldden zich niet bij de vluchtelingenopvang in Kamp Heumensoord omdat vrienden daar ook al werkzaam waren. Als vrijwilliger zochten ze vooral verbinding met andere, veelal onbekende netwerken.

Gerichte werving

Door oorlog en andere rampspoed slaan mensen op de vlucht en zoeken ze hun heil elders, onder andere in Nederland. Om vluchtelingen op te vangen, zijn ook vrijwilligers nodig. De verwachte krimp van het aantal vrijwilligers noopt humanitaire organisaties om beter inzicht te verkrijgen in wat mensen kan motiveren om zich vrijwillig in te zetten voor de opvang van vluchtelingen.

Ons onderzoek onder startende groepen vrijwilligers op Kamp Heumensoord maakt duidelijk dat vrijwilligers gedreven worden door gevoelens van compassie en rechtvaardigheid, maar ook handelen uit behoefte aan contact, nieuwsgierigheid en soms, vooral onder de jongere vrijwilligers, uit ambitie. Humanitaire organisaties doen er goed aan om hun wervingscampagnes op al deze motieven in te richten.

Maikel Meijeren doet promotieonderzoek aan de afdeling Sociologie van de Radboud Universiteit Nijmegen. Marcel Lubbers is hoogleraar Interdisciplinaire Sociale Wetenschap aan de Universiteit Utrecht. Peer Scheepers is emeritus-hoogleraar Methodologie bij de sectie Sociologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De wetenschappelijke versie van dit artikel is hier te lezen.

 

Foto: SP Groningen (Flickr Creative Commons)