Geen knoet erover, maar perspectief bieden

De pandemie heeft grote gevolgen voor het fysieke en mentale welbevinden van Nederlanders. Vooral jongeren hebben last van angst en stressgevoelens. Dit blijkt uit drie internetenquêtes uitgevoerd in maart, juli en november 2020 door onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Vrije Universiteit en de Haagse Hogeschool. Om rebellerende jongeren in te tomen, is het beter om hen perspectief te bieden in plaats van de knoet te hanteren.

In maart vorig jaar – tijdens de eerste golf besmettingen met het coronavirus - voelde rond een kwart van de respondenten aan ons onderzoek naar de maatschappelijke impact van de pandemie zich vaker angstig, nerveus, licht geraakt en gestrest dan voor de corona uitbraak. In juli verminderden hun angst- en stressgevoelens, maar in november – de aanloop naar de tweede golf - namen ze weer toe. Bijna 40 procent van de deelnemers aan het onderzoek had toen het gevoel ‘niets te hebben om naar uit te kijken’.[1]

Sociaal kapitaal als bescherming

Waar komen de huidige angst- en stressgevoelens vandaan? Er zijn twee oorzaken aan te wijzen. Enerzijds leiden de overheidsmaatregelen om het virus te beteugelen tot grote economische onzekerheid. Veel mensen vrezen voor hun baan en inkomen. Anderzijds is er de angst voor besmetting, het gemis van het normale leven en, meer algemeen, het ontbreken van ‘licht in de duisternis’.

Met ons onderzoek probeerden we ook antwoord te krijgen op de vraag of sociaal kapitaal mensen bescherming biedt tegen de mentale gevolgen van de pandemie. Sociaal kapitaal vatten we hier op als de aanwezigheid van relationele hulpbronnen als wederkerigheid en sociaal vertrouwen. Oftewel, factoren die mensen in staat stellen om samen te werken.

 Ons onderzoek bevatte zes vragen zoals ‘sinds de corona-uitbraak uitbraak in Nederland voel ik mij vaker angstig’ of ‘sinds … ben ik vaker gestrest.’ Respondenten konden aangeven of ze het eens of oneens waren met deze uitspraken. Hun antwoorden zetten we vervolgens van 1 tot 5 af op een ‘angst en stress-schaal.’[2]

Bij de derde enquête, in november 2020, bedroeg de gemiddelde score 2,7. Daarmee waren de angst- en stressgevoelens in november 2020 hoger dan in de zomer en ook iets hoger dan in maart en april van hetzelfde jaar, tijdens de eerste golf (zie figuur 1).

Figuur 1 Angst- en stressgevoelens (1-5) op drie momenten in de tijd

Figuur 1

Jongeren extra gevoelig

Uit het volgende figuur 2 blijkt dat sommige sociale groepen beduidend meer angst en stress ervaren vanwege het virus dan het gemiddelde van 2,7.

Figuur 2 Angst- en stressgevoelens (1-5) naar diverse persoonskenmerken (meting 3, november 2020)

Figuur 2

Vrouwen, jongeren, respondenten met een minimuminkomen en die aangeven niet of moeilijk te kunnen rondkomen, en ten slotte mensen die de eigen gezondheid als matig of slecht inschatten ervaren meer angst en stress als gevolg van de pandemie dan respectievelijk mannen, ouderen, hogere inkomensgroepen die wel kunnen rondkomen en personen met een goede tot uitstekende ervaren gezondheid. Opvallend is dat het aanvankelijke geringe verschil tussen mensen met en zonder migratieachtergrond wegvalt als we in de analyse rekening houden met verschillen in sociale status (opleiding en inkomen). Het gaat dus eerder om de sociaaleconomische positie van mensen dan om hun etnische of culturele kenmerken op zich.

Onze analyse bevestigt dat mensen met meer sociaal kapitaal over meer veerkracht – resilience - beschikken, waardoor ze beter bestand zijn tegen de negatieve gevolgen van de huidige pandemie of andere crises. Deze observatie is vooral van praktisch belang als we het over jongeren – hier tot 34 jaar - hebben. Vooral zij hebben last van het verlies aan sociale contacten. Ook zijn ze meer dan andere groepen gevoelig voor stress en depressie, vanwege het gebrek aan perspectief en de opeenstapeling van onzekerheden omtrent werk en inkomen.

Vanwege de mentale gevolgen van de crisis is het des te meer van belang om jongeren actief te betrekken bij het gemeenschapsleven. Ze verdienen geen afwijzing maar een uitgestoken hand. Beter dan simpelweg de knoet erover heen te gooien, doen de autoriteiten er goed aan om met alle jongeren te overleggen over wat in de beperkende omstandigheden nog wel mogelijk is. Ook kunnen bestaande en nieuwe maatschappelijke initiatieven jongeren actief benaderen en uitnodigen om mee te doen.[3]

Huisbezoeken van kwetsbare jongeren door getrainde vrijwilligers (‘tot de voordeur’) kunnen helpen, evenals door jongeren zelf georganiseerde online activiteiten. Door jongeren toegang tot sneltesten te geven, zouden scholen, buurthuizen, bibliotheken en sportscholen voor hen heropend kunnen worden, waardoor ze weer meer sociale contacten kunnen krijgen.[4]

Ons advies is dat de autoriteiten er alles aan moeten om jongeren het gevoel te geven dat ze er niet alleen voor staan en dat ze nog steeds, zij het met enige beperkingen, kunnen participeren in de samenleving.

Erik Snel is onderzoeker en docent sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Jan de Boom is directeur en senior-onderzoeker van onderzoeksbureau Risbo. Godfried Engbersen is hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en voorzitter van de Nederlandse Sociologische Vereniging.

 

Noten:

[1]  Zie: G. Engbersen e a., De bedreigde stad: De maatschappelijke impact van COVID-19 op Rotterdam (maart 2020);, De heropening van de samenleving: De maatschappelijke impact van COVID-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland. (juli 2020); en De verdeelde samenleving. De maatschappelijke impact van COVID-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland. (november 2020). Alle rapporten, ook een uitgebreidere versie van bovenstaand onderzoek, zijn  verkrijgbaar op www.impactcorona.nl. Het survey in maart had 6000 respondenten, in juli ruim 20.000 en in november ruim 22.000.

[2] De vragen zijn ontleend aan de Depression Anxiety Stress Scale (DASS). Vgl. Beurs, E. de, van Dyck, R., Marquenie, L.A., Lange, A., & Blonk, R.W. (2001), De DASS: een vragenlijst voor het meten van depressie, angst en stress. Gedragstherapie, 34(1), 35-54. De geconstrueerde schaal angst en stress bleek zeer betrouwbaar: Cronbach Alpha.89

[3] Zie B. Boonstra en S. Claessens (2020), ‘Maatschappelijke coalities in Coronatijd: van spontaan initiatief naar duurzaam samenwerkingsverband’. Rotterdam: Kenniswerkplaats Leefbare wijken.

[4] Zie F. Halsema, M. van den Bosch, J. Bussemaker, H. Boutelier, M. Hamer, M. Knijnenburg en M. de Winter, ‘Geef jongeren nu toegang tot de sneltesten. Want wij vinden de gevolgen van de coronaregels voor hen niet langer verantwoord’. De Volkskrant 12 februari 2020.

 

Foto: Christian Lue via Unsplash