Vorig jaar nam Kim Putters afscheid als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Voor die gelegenheid was een kennissymposium georganiseerd, waar ‘de menselijke maat’ centraal stond: als we beleid willen maken dat mensen centraal zet, zullen we bij de mensen zelf moeten beginnen. Niet alleen kijken, maar ook zien en snappen. En eerst luisteren, pas dan handelen. Het liefst nog in samenwerking met degenen om wie het gaat.[1]
Veelzijdige burger versus eenzijdige overheid
Klinkt als een logische formule voor bevredigend beleid, de praktijk is echter weerbarstig. Want tegenover een veelzijdige burger staat een redelijk eenzijdige overheid. De meerderheid van de ambtenarenvoeten staat immers in dezelfde wereld: men is academisch geschoold, vertoeft aan de goede kant van de gezondheidskloof en is bovengemiddeld tevreden over het leven.[2] Dat is voor een groot deel van de bevolking helaas niet het geval.
Hierdoor worden zij die de overheid het hardste nodig hebben, te vaak het minst begrepen, waardoor ze in toenemende mate afhaken.[3] Het grote verschil tussen de systeemwereld – en de bemensing daarvan – en de leefwereld kent zo zijn prijs. En nee, het inzetten van ervaringsdeskundigen alleen gaat dat niet verhelpen.[4]
Leefwerelddragers in het systeem
Daarom muntte ik op het SCP-kennissymposium voor het eerst de term ‘spreidstandburgers’: burgers die zowel de systeemwereld als de leefwereld kennen. Omwille van hun doorleefde vroegere ervaringen hebben ze het gevoel met beide voeten in een andere wereld te staan.[5] Aan de ene kant zijn ze succesvol in het systeem, aan de andere kant dragen ze hun verleden mee, dat totaal afwijkt van de eenzijdige werkomgeving waarin ze terecht zijn gekomen. Denk aan mensen die jarenlang klem hebben gezeten in de ggz, ex-dakloze personen, mensen die in bittere armoede zijn opgegroeid of personen die met langdurende problematische schulden opgescheept zaten. Mensen dus die een periode van hooploosheid[6] hebben doorstaan.[7]
Spreidstandburgers dragen veel ervaringskennis met zich mee, maar uiten dat niet
Spreidstandburgers dragen veel ervaringskennis met zich mee, maar uiten dat niet. In hun huidige rol als beleidsmedewerker, adviseur, onderzoeker, consultant of sociaal ondernemer kennen zij inmiddels ook het systeem van binnenuit. Zij weten hoe de beleidswereld in elkaar zit, wat er nodig is om bestuurlijk iets in gang te krijgen, bezitten articulatiemacht[8] en hebben zich in taal, houding en zelfs kledingdracht weten aan te passen aan hun collega’s.
Tegelijkertijd verbazen zij zich door hun vroegere ervaringen regelmatig over ‘wie verzint dit nou-beleid’. Dat is beleid waarvan kan worden aangenomen dat wanneer het op jezelf van toepassing is, er heel andere keuzes gemaakt worden. Oftewel, beleid waar je zelf het subject niet van wil zijn. Want zou een ex-dakloos persoon een term als zelfredzame dakloze verzinnen? Zou een ex-bijstandsmoeder aanvraagformulieren verzinnen waar je zonder masterdiploma amper doorheen komt?[9]
Spreidstandburgers weten uit hun vroegere ervaringen dat dat niet zo is. Het zijn collega’s die, naast professionele en beleidskennis, ervaringskennis als derde kennisbron bezitten. Zij snappen als geen ander dat het niet gaat om polariseren, maar om verbinden en bruggen bouwen tussen de beleidsmakers, uitvoerders, bedrijfsleven en de wereld waar ze zelf ooit deel van uitmaakten. Ze gebruiken deze cruciale vaardigheid alleen nog niet (genoeg).
Het zijn leefwerelddragers in het systeem. En net daar wringt het.
Van term naar beweging
Na het SCP-kennissymposium kwam er een LinkedIn-oproep, die uitmondde in een bijeenkomst voor spreidstandburgers. Een zeer diverse groep van negentig mensen die zich verbazen over het gebrek aan ervaringskennis op hun werkplek - binnen de beleidswereld, maar evengoed in het bedrijfsleven - en zoekend naar manieren om hier verandering in te brengen. Een groep die zonder elkaar ooit ontmoet te hebben, direct verbinding voelde in de vaststelling dat ze niet de enigen zijn en dat hun ervaringen broodnodig zijn om de systeemwereld en de leefwereld dichter bij elkaar te brengen.
Maar: een meerderheid van hen voelt helemaal niet de ruimte of veiligheid om hun ervaringen een rol te laten spelen in hun werk. En als ze dat wel doen, worden ze vaak niet serieus genomen. Zo dreigen ze anonieme leefwerelddragers te blijven, in plaats van dat hun derde kennisbron ingezet wordt om de kloof te verkleinen.
Alle organisaties moeten zich realiseren dat er binnen het eigen systeem óók veel ervaringen zitten
Omdat de urgentie om de kloof tussen systeemwereld en leefwereld te dichten groot is, en omdat spreidstandburgers in die optiek ongebruikt organisatiekapitaal bezitten, hebben we een beweging op gang gebracht. Er is een kerngroep gestart, bestaande uit spreidstandburgers, die het tot hun missie heeft gemaakt om de waarde van spreidstandburgers volledig tot z’n recht te laten komen. Door de community van spreidstandburgers verder op te bouwen, door het adviseren van overheden, organisaties en bedrijven. En door het blijven lobbyen voor ervaringskennis als kennisbron.
Er is echter meer nodig. En dat meer zit hem in die eeuwigdurende en wat nu-vraag.[10] Wat nu nodig is, is dat alle overheden, organisaties en bedrijven die zich plichtmatig beroepen op de inzet van ervaringsdeskundigen, zich realiseren dat er binnen het eigen systeem óók veel ervaringen zitten. En dat deze ervaringskennis een bron van onmisbaar organisatiekapitaal vormt om de sociale vraagstukken van vandaag beter op te kunnen lossen. Het niet inzetten ervan is dus serieuze verspilling van organisatiekapitaal.
Oproep aan ons allemaal
Het is aan afdelingshoofden, managers, directeuren en alle andere leidinggevenden om ervaringskennis op hun werkvloer als een diversiteitsvraagstuk te zien. Zij moeten een werksfeer creëren die spreidstandburgers uitnodigt om zich uit te spreken ten behoeve van verbeteringen van het systeem waarin ze opereren. Dat is geen kwestie van wij-zij-denken. Spreidstandburgers zijn ook nu al gewoon collega’s. Ze hebben net als alle anderen de klassiek gevraagde benodigde kwaliteiten, maar brengen daarnaast een cruciale extra kennisbron met zich mee. Zonde als die niet benut wordt.
Het is aan spreidstandburgers om elkaar te ondersteunen. Iedereen die zich herkent als spreidstandburger kan andere spreidstandburgers opzoeken en in gesprek gaan. Waar loop je tegenaan? Hoe zorgen we voor ruimte en veiligheid om onszelf uit te spreken? Wat is er nodig om je articulatiemacht én ervaringskennis te combineren? En hoe kunnen we samen van binnenuit werken aan een systeem dat ervaringskennis omarmt en zodoende aansluit op de realiteit van mensen? Daar kan iedereen morgen al mee beginnen.
We roepen iedereen op om in de eigen organisatie kernteams te vormen
Tot slot is het aan het kernteam en de spreidstandburgerbeweging zelf om te laten zien dat het wél anders kan. Vanuit ons kernteam zal hiertoe actie worden ondernomen, maar ook roepen we iedereen op om in de eigen organisatie kernteams te vormen. Of in de eigen stad een bijeenkomst te organiseren voor spreidstandburgers en andere mensen die in deze beweging geloven. Zo brengen we samen een verandering in gang die zo hard nodig is.
Door deze acties geven we de leefwerelddragers de ruimte om uit de anonimiteit te stappen en frustratie over ‘wie verzint dat nou-beleid’ om te zetten in concrete bijdragen aan beleid waar je zelf wél het subject van wil zijn. Ook voorkomen we daarmee het volgende kennissymposium over de veelzijdige burger die we niet zien en snappen.
Tim ’S Jongers schreef dit stuk in samenwerking met de kerngroep Spreidstandburgers. Dat zijn: Leo van der Pol, Alyssa Brinkhof, Yasmine Bayoumy, Francine Paijens, Midas Dutij, Amir Ali Abadi, Gaby Perin – Gopie, Dalila Sayd, Patricia Dinkela, Vivian Hemmelder, Fabian Weergang en Ina van Zwol.
Iedereen die zich als spreidstandburger herkent, is welkom bij de LinkedIngroep.
Noten:
[1] https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2022/06/14/kijken-alleen-is-niet-genoeg-je-moet-mensen-echt-willen-zien-en-snappen
[2] https://decorrespondent.nl/14128/de-gezondheidskloof-tussen-arm-en-rijk-dicht-je-niet-met-broccoli-en-een-stappenteller/42364942048528-cd8b49bf
[3] https://www.kennisopenbaarbestuur.nl/documenten/rapporten/2021/12/17/atlas-van-afgehaakt-nederland
[4] https://www.socialevraagstukken.nl/s-jongers-over-reacties-participatielezing-blijf-weg-van-onzin/
[5] https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2022/06/14/kijken-alleen-is-niet-genoeg-je-moet-mensen-echt-willen-zien-en-snappen
[6] Een staat van hooploosheid doet zich voor wanneer de eigen verwachtingen omtrent de toekomst negatief zijn, men doelen heeft maar deze geblokkeerd ziet én er de overtuiging is dat er niets meer aan de situatie te veranderen valt.
Bron: Thomas Joiner, M. David Rudd, 'Suicide Science: Expanding the Boundaries' (2014)
[7] https://decorrespondent.nl/14053/een-kerstwens-voor-na-kerst-laten-we-elkaar-helpen-hoop-te-houden/42140043219703-02350808
[8] https://www.movisie.nl/artikel/participatielezing-2022-tim-s-jongers-jullie-zouden-me-tien-jaar-geleden-nog-geen-vijftig
[9] https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/hoog-tijd-dat-ook-anderen-in-overheidsland-zich-uitspreken-tegen-het-wie-verzint-dit-nou-beleid~b6fdf208/
[10] https://www.movisie.nl/artikel/column-ervaringskennis-wat-nu
Foto: Dixie Lawrence (Flickr Creative Commons)