ANALYSE Wat is het sociale gehalte van het regeerakkoord?

In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet komen een aantal thema’s aan de orde  die relevant zijn voor de sociale sector. Een overzicht.

‘Dit staat in het regeerakkoord 2021-2025’ – dat was de kop boven een voorspelling in het nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken van een jaar geleden. En daar zaten we meteen al mis: het nieuwe kabinet regeert slechts over de periode 2022-2025.

Waar de vooruitblik wel goed zat, was de verwachting dat zes partijen zouden gaan onderhandelen – VVD, D66, CDA, CU, GroenLinks, PvdA − en dat de nieuwe coalitie waarschijnlijk een voortzetting van de oude zou zijn. De voorspelling van de inhoud van het regeerakkoord was op basis van de verkiezingsprogramma’s. Ervan uitgaande dat die programma’s serieus genomen worden. Nu het akkoord er ligt, blijkt dat inderdaad het geval. Verrassingen zijn er zeker, maar het grote verschil zit in de toon (nederig) en keuzes (geen).

Overheid, markt, burger: veel geld, weinig zelfvertrouwen

De overheid voldoet niet aan de verwachtingen van burgers, zo luidde de analyse van de vier regeringspartijen in hun verkiezingsprogramma’s. Het regeerakkoord waarover ze het eens werden, is doortrokken van deze zelfkritiek. Waar de partijprogramma’s vervolgens in daadkrachtig offensief gingen hoe dit te verbeteren, is het regeerakkoord vooral schuldbewust en bedeesd. De overheid moet beter en de overheid moet sterker, zo staat er, maar er klinkt weinig zelfvertrouwen: De sterke overheid die wij voor ons zien, is begrijpelijk, bereikbaar en aanspreekbaar door inwoners, en herstelt op die manier het vertrouwen. Vertrouwen is een voorwaarde maar vormt hoogstens een begin; uit niets wordt duidelijk waarvoor die overheid zich vervolgens sterk gaat maken. Er is een klimaatcrisis, een stikstofcrisis, een wooncrisis, en daarin wordt veel geïnvesteerd. Op geld uitgeven, staat geen rem, maar het regeerakkoord koppelt daar geen keuzes aan. De bedeesde overheid durft geen koers uit te zetten.

De verkiezingsprogramma’s waren ook kritisch over het functioneren van de markt, met name over de monopoliemacht en belastingontduiking van de tech-sector en farmaceutische multinationals, met bijbehorende spierballentaal over de overheid als marktmeester. Dat alles is verdampt; voor zover dit onderwerp in het regeerakkoord ter sprake komt, verschuilt de coalitie zich achter de EU (‘samen optrekken’). Wel veel aandacht voor het midden- en kleinbedrijf, voor wie de rode loper uitgaat (subsidies, regels), gekoppeld aan hoge verwachtingen voor de bijdrage aan de economische groei.

Het meeste oog heeft het akkoord voor de burger. Nederig gaat de coalitie op zoek naar herstel van vertrouwen, met 17 keer ‘maatwerk’ of ‘menselijke maat’, de belofte dat er altijd een loket open is en dat niet iedere burger meer gezien zal worden als fraudeur. Kortom: een betere behandeling. Het akkoord spreekt niet over een andere rolverdeling. Geen democratische vernieuwingen. Nauwelijks iets over de ‘samenleving’ in de vorm van de verbanden, organisaties, verenigingen, coöperaties van burgers die overal op de deur kloppen en mee willen doen. De verkiezingsprogramma’s van CDA en CU beloofden genoeg op dit punt, het regeerakkoord zwijgt. Maar de burger houdt moed. Nog drie jaar te gaan.

Buurt en welzijn

De buurt krijgt in het regeerakkoord, net als in de verkiezingsprogramma’s, weinig samenhangende aandacht. ‘Leefbaarheid’ komt even langs bij wonen. ‘Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar huis in een leefbare wijk is een eerste levensbehoefte’, is de vaststelling. De woningcorporaties moeten de miljoenen euro’s die beschikbaar komen door de afschaffing van de verhuurdersheffing (ook) besteden aan leefbaarheid van wijken. Dat was de corporaties door vorige kabinetten min of meer verboden, maar dat mag nu weer.

Aandacht voor de buurt is er in het akkoord vooral in combinatie met veiligheid. Een ‘domeinoverstijgende wijkaanpak’ met ‘politie en justitie als ruggengraat’ moeten ‘kwetsbare wijken weerbaar maken tegen ondermijnende criminaliteit’. En: met ‘meer jeugdwerkers voorkomen we dat jongeren afglijden naar de criminaliteit’. De verkiezingsprogramma’s beloofden extra wijkagenten, maar die worden nu onder het tapijt gemoffeld met ‘recht doen aan de bestaande norm van 1 op 5000 inwoners’. Verrassend is de aankondiging van buurtrechtspraak; de enige partij die dit in het programma had staan, was GroenLinks.

De ‘kwetsbare wijk’ komt nog een keer langs bij onderwijs, met de belofte van ‘investeren in een rijke schooldag’ voor bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, sport en cultuur, ‘te beginnen bij scholen waar de nood het hoogst is’.   

Het buurtwelzijnswerk en de buurtteams stonden niet in de partijprogramma’s, en komen ook in het regeerakkoord niet aan de orde. Buurtzorg komt alleen voorbij in algemeenheden (‘bereikbaar’, ‘rol huisartsen versterken’, ‘ouderen moeten gezond ouder kunnen worden in de eigen omgeving’). Het abonnementstarief voor de Wmo blijft overeind. Voor de huishoudelijke hulp komt er een ‘eerlijkere eigen bijdrage’, betaalbaar voor lage en middeninkomens, met landelijke normen; dus de door de CDA, D66 en CU gewenste gemeentelijke beleidsvrijheid op dit punt komt er niet.

Schulden, armoede, dakloosheid

De verkiezingsprogramma’s van de vier coalitiepartijen waren uitvoerig en gedetailleerd over verbeteringen van de schuldaanpak, met onderling veel overeenstemming. Dit zien we terug in het regeerakkoord. De toegang tot schuldsanering wordt verbeterd, het hulptraject wordt verkort en de mogelijkheden om tot een schuldregeling te komen, worden vergroot. De opstapeling van schulden wordt tegengegaan door een maximum te stellen aan verhogingen, rente- en incassokosten. De incasso van de overheid moet verantwoordelijker, met oog voor de menselijke maat. Doorverkoop van schulden als verdienmodel wordt tegengegaan. De kwaliteitseisen aan bewindvoerders wordt strenger.

De beste preventie van schulden is bestrijding van armoede en onzekerheid, aldus het regeerakkoord. Daarom komt ze met aanpassingen van de arbeidsmarkt en een verhoging van het minimumloon (zie elders op deze pagina’s). Dat laatste is geen verrassing, dat stond in alle programma’s. Wel verrassend is dat de uitkeringen meestijgen, maar dat de AOW niet stijgt: D66 en CU wilden alle uitkeringen mee verhogen, de VVD wilde juist wel de AOW (en arbeidsongeschiktheid) en niet de overige uitkeringen verhogen. Een opvallende draai van alle partijen, die nieuwsgierig maakt naar de inzichten die hieraan ten grondslag liggen.

De regering schrapt de kostendelersnorm voor inwonenden tot 27 jaar, een wens van CU, D66 en CDA. Meer ruimte voor bijverdienen in de bijstand komt uit de koker van VVD en D66. Deze regering wil in vier jaar tijd halvering van het aantal kinderen in armoede, een doel dat rechtstreeks uit het programma van het CDA komt. Wat een toereikend sociaal minimum is, zal elke vier jaar herijkt worden.

De toename van dakloosheid (verdubbeling in tien jaar) werd door CDA, CU en D66 in hun programma’s als urgent beoordeeld. Het coalitieakkoord is vaag: ‘We zetten in op het voorkomen van dakloosheid’ en op de bouw van tijdelijke woonplekken ‘met passende ondersteuning’ voor (dreigend) daklozen.

Werk en sociale bescherming

Arbeid loont onvoldoende en de arbeidsmarkt zorgt voor onzekerheid en kwetsbaarheid; de verkiezingsprogramma’s van de regeringspartijen waren het behoorlijk eens. Dat is terug te lezen in het regeerakkoord, al lijkt de urgentie iets minder gevoeld, in ieder geval laten de voornemens nog veel keuzes open. De adviezen van ‘Borstlap’ en de SER zullen worden gevolgd, het verschil tussen vast en flex wordt kleiner, de wildgroei aan tijdelijke contracten wordt aan banden gelegd en ter behoud van wendbaarheid van bedrijven komt er deeltijd-WW – preciezer dan dit wordt het niet. Het akkoord belooft ‘helderheid’ voor zzp’ers en gaat een nieuwe poging doen onderscheid te maken tussen ‘echte zelfstandigen’ − die zullen worden gesteund – en ‘schijnzelfstandigheid’ – die zal worden tegengegaan. De hoop is gevestigd op een ‘webmodule’. De arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen gaat er komen. Er staat niet bij dat die verplicht wordt, maar dat mag je toch wel aannemen; dat staat in alle adviezen en zelfs de VVD had dat in haar programma staan. De zelfstandigenaftrek wordt stapsgewijs afgebouwd.

Om werk lonender te maken, gaat het minimumloon omhoog en komt er een lastenverlichting van 3 miljard voor vooral lage en middeninkomens.

Het akkoord belooft een investering in re-integratie naar arbeid, ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het bedrag is niet duidelijk (onderdeel van een arbeidsmarktpakket) en de manier waarop het wordt besteed evenmin: ‘We breiden de arbeidsmarktinfrastructuur uit’, ‘onderdeel hiervan zijn instrumenten voor om- en bijscholing’ en ‘maatregelen om de arbeidsparticipatie en positie van arbeidsongeschikten te verbeteren’; concreter wordt het niet. Geen keuze voor bijvoorbeeld persoonlijke begeleiding naar en in het werk, die wel in de verkiezingsprogramma’s stond. Geen hervorming van de Participatiewet, na de vele kritiek op die wet de afgelopen twee jaar. Geen basisbanen (D66, CU, CDA), geen behoud en uitbreiding van de sociale werkvoorziening (CDA, CU), wel uitbreiding van het aantal beschutte werkplekken.

Het akkoord introduceert ‘leerrechten’ ten behoeve van ‘permanente scholing’ – wellicht een begin van een structuur voor ‘levenlang leren’, waar de coalitiepartijen in hun programma's onder verschillende termen een lans voor braken.  

De kinderopvang wordt bijna gratis, dat kan ervoor zorgen dat ouders zich (voor meer dagen) aanbieden op de arbeidsmarkt. Betaald ouderschapsverlof wordt uitgebreid; meer mantelzorgverlof − nog wel in de partijprogramma’s − wordt niet genoemd.

Discriminatie en racisme; integratie en immigratie

In het regeerakkoord van vier jaar geleden kwam het woord ‘racisme’ niet voor, in het nieuwe akkoord van dezelfde partijen is er een volledige paragraaf voor ingeruimd. Nederland moet vrij zijn van racisme en discriminatie, aldus het openingsstatement. De beloofde aanpak is divers. De net ingestelde Nationale Coördinator Racisme en Discriminatie en de verwante (gemeentelijke) instituten worden versterkt met ‘voldoende’ mensen en middelen. Bedrijven en instellingen die zich schuldig maken aan discriminatie kunnen rekenen op boetes. De inzet van anti-discriminatierechercheurs moet de aangiftebereidheid verhogen. Voor uitzendbureaus, makelaars en verhuurders komt er een meldplicht als zij discriminerende verzoeken krijgen. Met de invoering van een registratieplicht of verhuurvergunning voor grote verhuurders, krijgen gemeenten mogelijkheden om discriminatie door verhuurders aan te pakken. De overheid kan bedrijven die discrimineren ook straffen door uitsluiting van subsidies of opdrachten. In de eigen organisatie gaat de overheid aan de slag met anoniem solliciteren en blind hiring. De coalitie gaat zich inzetten tegen etnisch profileren, waarbij de overheid zelf het goede voorbeeld gaat geven. Bij wet wordt vastgelegd dat algoritmes worden gecontroleerd op transparantie, discriminatie en willekeur; een ‘algoritmetoezichthouder’ gaat dit bewaken.

Vrouwenhaat gaat ‘krachtig bestreden’ worden, online en offline, ook achter de voordeur. Uitvoering van het zogenoemde Regenboogakkoord moet de acceptatie, veiligheid en emancipatie van de LHBTQI+-gemeenschap verbeteren. En de coalitiepartijen ‘ondersteunen’ het opnemen van een verbod op discriminatie op grond van een handicap in artikel 1 van de Grondwet.

Naast een nationaal historisch museum (uit de koker van CDA en CU) komt er ook een slavernijmuseum (een wens van D66). Met het oog op het herdenkingsjaar 2023, honderdvijftig jaar na de formele afschaffing van de slavernij, zal er ‘extra aandacht [zijn] voor dialoog over het slavernijverleden en hedendaags racisme’.

Het regeerakkoord maakt dan een overstap naar integratie, en noemt dat een ‘wederzijdse opdracht’: een zaak van kansen nemen en kansen geven. Taal en werk staan voorop, maatwerk wordt beloofd. ‘Kansrijke asielzoekers’ krijgen vanaf dag één taalles en meer ruimte voor (vrijwilligers)werk.

Bij immigratie zal onderscheid gemaakt worden tussen arbeids-, kennis- en asielmigratie, zo mogelijk met streefcijfers (à la Duitsland). In sommige sectoren zijn arbeidsmigranten hard nodig, aldus het akkoord. Ook bij asielmigratie is meer grip het doel. Het akkoord mikt op vernieuwing van het systeem in Europees verband, met versterkte grenzen en toelatings- en verdelingsafspraken. De bijdrage aan de opvang van vluchtelingen in de regio wordt verhoogd. En hulp voor landen van herkomst in ruil voor het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers en het tegengaan van nieuw vertrek. Tot slot het nogal plichtmatige zinnetje: ‘Om de grondoorzaken van migratie aan te pakken, versterken wij onze buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking.’

Democratie

Politici moeten kritisch naar zichzelf gaan kijken, vinden de coalitiepartijen. En daar is-ie, de inmiddels al behoorlijk versleten ‘nieuwe bestuurscultuur’. Dat is, aldus het akkoord: verschillen overbruggen in plaats van uitvergroten; stevig debatteren, maar zonder het beschadigen van personen en zonder gebruik van kwetsend en dreigend taalgebruik; recht doen aan de controlerende taak van de Tweede Kamer; versterking van de democratische rechtsorde.

Dat laatste begint met het herstellen van vertrouwen bij burgers in de overheid. Daartoe gaat deze coalitie werken aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is. Persoonlijk contact, een loket waar mensen terechtkunnen met vragen. In wetgeving oog voor uitvoering, de menselijke maat, uitgaan van vertrouwen in de burger (het zijn niet allemaal fraudeurs) en met beslisruimte voor professionals. De toegang tot recht voor burgers verbeteren met lagere griffierechten, meer sociale advocatuur en fiscale rechtshulp.

Over de inrichting van de democratie is het akkoord zuiniger. Geen toezeggingen over vernieuwing van het kiesstelsel, referenda of verlaging van stemgerechtigde leeftijd − om maar iets te noemen. De vier partijen verschillen daarover te veel van mening. Wel wordt verbetering van de controle op de macht beloofd door meer oog voor scheiding van kabinet en Kamer, meer informatie aan en ondersteuning voor Kamerleden, en versterking van de toezichthouders als ombudsman en onafhankelijke inspecties. Zeggenschap in maatschappelijke organisaties als woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen, pensioenfondsen, van deelnemers en werknemers, waarvoor alle vier coalitiepartijen in hun verkiezingsprogramma’s nog een lans braken, heeft het akkoord niet gehaald.

Echt vernieuwend is de toezegging van constitutionele toetsing, maar wel met een slag om de arm want de vorm staat nog niet vast (het kan ook een advies zijn). Over de positie van de burgemeester komt een ‘bezinning’. Iets concreter is het voorstel om gemeenten en provincies, ten behoeve van een grotere autonomie, meer ruimte te geven eigen belastingen op te leggen, althans… om die mogelijkheid open te laten, en sowieso pas vanaf 2025.

Verdeling: belastingen en toeslagen

Vermogende Nederlanders ontsnappen wederom de dans. D66 en CU vinden dat vermogen te laag belast wordt, maar VVD en CDA vinden van niet, en zij krijgen in het akkoord hun zin. Door het rechterlijke verbod op de huidige manier van vermogensheffing ligt echter alles weer open.

Dat de belasting op arbeid te hoog is, daarover werden de coalitiepartijen het wel eens. De lage en middeninkomens krijgen een lastenverlichting van 3 miljard. Een andere bijdrage aan tempering van de ongelijkheid door de coalitie komt van de verhoging van het minimumloon en de uitkeringen (behalve AOW).

Ambitieus is het voornemen om de toeslagen af te schaffen. Die belofte zat in de verkiezingsprogramma’s en was ook al aangekondigd door het vorige kabinet. Belanghebbenden verdwalen in de regels en de uitvoerders ook, zo bewijst de toeslagenaffaire. Het gaat hier om jaarlijks 13 miljard euro die in ruim 8 miljoen toeslagen uitgekeerd wordt aan 6 miljoen huishoudens. Afschaffing is complex, om het voorzichtig te zeggen. Het regeerakkoord doet een kleine aanzet. De kinderopvangtoeslag vervalt, de opvang komt − op een kleine eigen bijdrage na − voor rekening van de overheid en wordt rechtstreeks aan de instellingen betaald. De huurtoeslag wordt vereenvoudigd met een normhuur op basis van inkomen. De zorgtoeslag en het kindgebonden budget worden niet genoemd. De genoemde verhoging van het minimumloon en de lastenverlichting moeten in dit licht gezien worden: inkomen in plaats van toeslagen.

MINPUNTEN:
Beloofd door alle vier partijen, maar niet in regeerakkoord:
- aanpak multinationals
- meer wijkagenten
- AOW stijgt mee
- maatschappelijke zeggenschap
PLUSPUNTEN:
Wel in akkoord, door geen van de vier partijen beloofd:
- buurtrechtspraak

Jelle van der Meer is journalist.

 

Foto: Jess Bailey via Unsplash