Stel je voor. Een webshop verkoopt een product voor € 20 en het wordt niet betaald. Allerlei partijen schieten te hulp om dit bedrag te innen: van administratiekantoortjes, incassobureaus tot deurwaarders. Vaak hoeft de schuldeiser nauwelijks voor deze dienstverlening te betalen. Er worden zelfs no cure, no pay-afspraken gemaakt.
De schuldenaar als bron van inkomen
Het is bovendien mogelijk dat een incassobureau de schuld opkoopt. De webshop krijgt bijvoorbeeld € 5 voor zijn vordering van € 20. Prettig voor de webshop, die kan de boeken sluiten. Het incassobureau is de ‘nieuwe schuldeiser’ geworden en probeert de vordering te innen. Dit gaat natuurlijk niet meer om de oorspronkelijke vordering van € 20. Door vonnis te halen, wordt een vergunning verkregen om beslag te mogen leggen. Een vergunning om meer kosten (lees inkomsten) te maken.
En zo ontstaat er al snel een uitzichtloze situatie. Kosten stapelen zich op en er ontstaan nieuwe schulden. En ziehier: Incasso als verdienmodel. De schuldenaar als bron van inkomen. Natuurlijk: wie koopt, moet betalen. En als er niet betaald wordt, moet de schuldenaar opdraaien voor de extra kosten. Daar is niets mis mee. Maar met de mogelijkheid van opkopen van schulden en no cure, no pay-afspraken gaat er een eigen dynamiek ontstaan met allerlei perverse prikkels. De incasso-industrie heeft onderhand belang bij een neerwaartse spiraal.
Belang van de individuele schuldeiser staat voorop
De schuldenaar staat met heel z’n hebben en houden in voor zijn schulden. Wanneer de schuldeiser een vonnis heeft ‘gehaald’, kan hij zelf bepalen op welke wijze de schuld geïnd wordt: beslag op een inkomen, beslag op de bankrekening, beslag op de inboedel. Wanneer een andere schuldeiser al loonbeslag heeft gelegd, kan het interessant zijn om dan maar bankbeslag te leggen of beslag op de inboedel, om zo onder druk een betalingsregeling af te dwingen. Het wetboek is zo ingericht dat het eigen belang van de individuele schuldeiser vooropstaat.
Het land van invordering is een ware jungle waar het recht van de sterkste geldt. Sommige schuldeisers, zoals de Belastingdienst, hebben een streepje voor en zijn het eerst aan de beurt. En de ene schuldeiser is beter toegerust dan de ander. Zo kan de zorgverzekeraar beslag op de zorgtoeslag leggen, de Belastingdienst kan de belastingaanslag van de bankrekening afschrijven en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) kan de druk om te betalen opvoeren door de schuldenaar vast te zetten.
Getouwtrek drukt schuldenaar onder bestaansminimum
Maar bovenal geldt als basisprincipe: wie het eerst komt, het eerst maalt. Snel even beslag op de bankrekening leggen om het saldo af te romen. Of beslag op de inboedel leggen om zo druk uit te oefenen om een extra betalingsregeling af te dwingen. De deurwaarder loopt door de woonkamer en legt beslag op de eethoek, het bankstel en de tv. Druk uitoefenen loont.
Voor menig schuldenaar heeft dit een enorme impact. Alleen de doorgewinterde schuldenaar weet dat het in de praktijk niet gauw tot een verkoop zal komen. Want wie koopt een inboedel van kringloopkwaliteit? En mocht het wel tot een verkoop komen, dan zijn de kosten van verkoop doorgaans veel hoger dan de opbrengst.
Gevolg van dit getouwtrek is dat de schuldenaar voortdurend onder het bestaansminimum zakt. Beschik je niet over de beslagvrije voet dan kun je aan de dagelijkse verplichtingen niet voldoen, met nieuwe schulden tot gevolg.
Kale-kip-register en nieuwe beslagvrije voet
Er zijn in de loop der jaren allerlei rapporten verschenen om de knelpunten bij de inning van schulden aan te kaarten. Paritas Passé, In het krijt bij de overheid en Belastingdienst, een bron van armoede?, om er even een paar te noemen.
Naar aanleiding van dit alles zijn al diverse verbeteringen ingezet of in het vooruitzicht gesteld. Zo zijn de deurwaarders in 2016 gestart met het beslagregister waarin alle loonbeslagen staan vermeld. Met dit ‘kale-kip-register’ kan de deurwaarder beter inschatten of een dagvaarding of beslaglegging wel zinvol is. Uiteindelijk beslist de schuldeiser wat er moet gebeuren.
Een aanmerkelijke verbetering is ook de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet, die naar verwachting per 1 januari 2019 van kracht wordt. Op dit moment wordt de beslagvrije voet, het bedrag dat je bij invordering van schulden moet overhouden om van te leven, in driekwart van de gevallen te laag vastgesteld. De oorzaken hiervan liggen in een breed spectrum van valkuilen, variërend van het niet verstrekken van informatie door de schuldenaar vanwege psychosociaal onvermogen of gebrek aan vaardigheden, tot aan het op ondoorzichtige wijze inwinnen van informatie door deurwaarders en invorderingsafdelingen van de overheid.
De nieuwe beslagvrije voet kan in de meeste gevallen vastgesteld worden met informatie uit de Basisregistratie Persoonsgegevens van de gemeente en de Polisadministratie van UWV waarin de inkomens staan.
Incasso gedreven eigenbelang vergroot problemen
Er zijn goede stappen gezet, maar er is nog veel te doen. De keerzijde van een betere bescherming van de schuldenaar is dat de schuldeiser zijn vordering minder snel geïnd zal krijgen. Gedreven door eigenbelang gaat hij op zoek naar alternatieven als beslag op inboedel en bankbeslag. Op dit moment kan de deurwaarder op vrijwel de hele inboedel beslag leggen. Alleen bed en beddengoed, kleding die je aanhebt en eten en drinken voor een maand zijn vrijgesteld van beslag. En bij beslag op de bankrekening valt het hele saldo onder het beslag.
En natuurlijk, ook dit is wettelijk te repareren en dat is ook hard nodig, maar het is niet genoeg! Incasso gedreven eigenbelang leidt tot een verdere vergroting van de problemen. Bedrijven hebben hun mond vol van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar ondertussen worden mensen met schulden via de achterdeur afgeknepen en wordt er maar moeizaam ingestemd met schuldregelingen.
Van eigen belang naar gezamenlijk belang
Nodig is een mentaliteitsverandering bij schuldeisers. Wanneer je een schuld verkoopt of uit handen geeft en vervolgens gaat het incassobureau de schuldenaar afknijpen, dan ben je daar als schuldeiser verantwoordelijk voor. Nodig is een verbod op handel in schulden, de meest extreme vorm van verdienen aan leed van schuldenaren. Nodig is een verbod op no cure no pay-afspraken. De schuldeiser moet verantwoordelijk blijven en de kosten dragen wanneer een vordering niet geïnd kan worden.
Problematische schulden vragen om een integrale benadering waarbij het algemeen belang, het belang van de gezamenlijke schuldeisers en die van de schuldenaar, voorgaat op het eigen belang. Volgens dit gezamenlijk belang wordt er maximaal afgelost, de ‘opbrengst’ eerlijk verdeeld, het bestaansminimum gerespecteerd, passende hulp geboden en is er perspectief op een schuldenvrije toekomst.
Dit kan door een coördinerend deurwaarder verantwoordelijk te maken voor inning en verdeling ten behoeve van alle schuldeisers en de afstemming met de plaatselijke (schuld)hulpverlening. En ja, dan kunnen we eindelijk een streep zetten door de wijze van invordering als een van de belangrijkste oorzaken van schuldenproblematiek.
André Moerman werkt bij het Inter-Lokaal & Tandem, is voorzitter van de signaleringscommissie van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR, Sociaal Werk Nederland) en is eigenaar van www.schuldinfo.nl.
Dit artikel verscheen eerder in het herfstnummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. In deze editie vindt u een uitvoerig dossier over de aanpak van schulden.
Foto: Reese Baker (Flickr Creative Commons)