Waar een wil is is een weg, ook voor verslaafden met een licht verstandelijke beperking

Hoe zorg je ervoor dat mensen met een lichte verstandelijke beperking niet verslaafd raken aan alcohol en drugs of aan andere vormen van verslaving toegeven? Stimuleer hen om hun gedrag te veranderen, zegt de Tilburgse hoogleraar Petri Embregts.

Hoeveel Nederlanders precies een verstandelijke beperking hebben, is onbekend. Volgens schattingen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) telt Nederland ongeveer 142 duizend mensen met een intelligentiequotiënt (IQ) onder 70, en ongeveer 2,2 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 85. De laatsten functioneren op zwakbegaafd niveau, en ontvangen ook ondersteuning vanuit de gehandicaptenzorg.

Licht verstandelijk beperkt en verslaafd

Op basis van ‘de schaarse aanwezige informatie’ schat het CSP dat ongeveer 1,4 miljoen van de mensen met een verstandelijke beperking – waarvan een groot deel dus op zwakbegaafd niveau  functioneert- zich op sociaal gebied maar moeilijk staande weten te houden. Toch doet slechts een klein deel - 166 duizend mensen - van hen een beroep op zorg. Daaronder zijn mensen die problemen hebben met drank- en drugsgebruik.

Over het algemeen zijn mensen met een lichte verstandelijke beperking minder geneigd om alcohol en drugs te gebruiken dan mensen zonder een verstandelijke beperking. Maar wanneer zij dat wel doen, is de kans op misbruik en afhankelijkheid des te groter. In de klinische praktijk worden bovendien verontrustende signalen waargenomen over excessief game- en internetgebruik. De vraag is hoe we mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen ondersteunen om de diverse verleidingen te weerstaan.

Bestaande interventies sluiten slecht aan op behoeftes

Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat bestaande interventies onvoldoende aansluiten op de specifieke behoeftes van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Complicerende factor daarbij is dat betrokkenen vaak niet gemotiveerd zijn om deel te nemen aan een behandeling. Voor een succesvolle verslavingsbehandeling is het met andere woorden essentieel om het engagement en de motivatie van cliënten te vergroten.

Ruim vier jaar geleden heeft zorgorganisatie Dichterbij in samenwerking met de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking van Tranzo, Tilburg University de motivatietraining ‘Sterker dan de kick’ ontwikkeld.

De training is ontworpen voor mensen met een lichte verstandelijke beperking of mensen die functioneren op zwakbegaafd niveau die door het overmatig gebruik van middelen, gamen of internetten in de problemen komen. Sterker dan de kick leert hen om vanuit autonome motivatie hun gedrag te veranderen.

Gedragsverandering lukt alleen als je het zelf wilt

Als iemand een activiteit uitvoert omdat de activiteit op zichzelf leuk of interessant is óf omdat betrokkene de activiteit zelf waardevol vindt, dan spreken we van autonome motivatie. In de ‘Zelf-determinatie theorie’ van de Amerikaanse hoogleraar psychologie Edward Deci en diens landgenoot en collega, de klinisch psycholoog Richard Ryan, speelt naast de autonome ook de gecontroleerde motivatie een belangrijke rol. Daarvan is sprake als iemand een activiteit uitvoert vanwege opgelegde consequenties - straffen en belonen - of door gevoelens van externe of interne druk, bijvoorbeeld schuld, angst en trots.

De kans dat iemand zijn gedrag blijvend verandert en daarmee zijn welzijn verbetert, is het grootst als hij autonoom gemotiveerd is. Grote vraag is echter hoe je als professional de autonomie motivatie van mensen met een lichte verstandelijke beperking kunt stimuleren.

Vervulling van basisbehoeften is essentieel

Motiverende gespreksvoering is een geschikte methode om iemands autonome motivatie te stimuleren. Het is een cliëntgerichte en directieve vorm van begeleiding waarbij de professional het gesprek stuurt op aangeven van informatie van de cliënt. Samenwerking en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten.

Door middel van motiverende gespreksvoering proberen de professional en de cliënt samen de drie psychologische basisbehoeften vanuit de Zelf-determinatie theorie te vervullen. Dat zijn: autonomie (psychologisch vrij zijn in het eigen handelen), verbondenheid (relaties opbouwen met anderen en voor anderen zorgen dan wel verzorgd te worden) en competentie (bekwaam zijn in wat je doet). De veronderstelling is dat de vervulling van deze drie basisbehoeften de cliënt motiveert om zelf zijn gedrag te veranderen (= autonome motivatie).

Sterker dan de kick bestaat uit tien individuele bijeenkomsten. Het doel ervan is om mensen met een lichte verstandelijke beperking vanuit zichzelf te motiveren om hun gebruik of misbruik van middelen te veranderen. Het is dus geen interventie die zelf gedragsverandering te weeg brengt, maar is een voorbereiding daarop.

Iedere bijeenkomst kent eenzelfde opbouw, en in lijn met het gedachtegoed van motiverende gespreksvoering is er telkens ruimte voor inbreng en vragen van de deelnemers, zodat de autonomie van de deelnemers zoveel mogelijk wordt gestimuleerd.

Aangepaste training past beter in beleid tot minder zorg

In 2015 is Sterker dan de kick erkend door de Erkenningscommissie Gehandicaptenzorg als goed onderbouwde interventie en opgenomen in de databank van Vilans.

Met feedback van zowel mensen met een lichte verstandelijke beperking die de training hebben gevolgd als van trainers en ervaringsdeskundigen die als co-trainer de training hebben gegeven, is eind 2016 de training op punten aangepast. Een aantal onderdelen is herschreven waardoor de training nog beter aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de deelnemers. Daarmee past de training nog beter in het algemene zorgbeleid om cliënten te stimuleren en te ondersteunen om zoveel mogelijk zelf te doen. Immers, door meer accent te leggen op wat mensen met een lichte verstandelijke beperking zelf kunnen - en willen - en minder op wat ze niet kunnen, kunnen  interventies met meer succes uitgevoerd worden.

Petri Embregts is bijzonder hoogleraar Mensen met een verstandelijke beperking: Psychopathologie en behandeling. Zij is verbonden aan de Academische Werkplaats ‘Leven met een verstandelijke veperking’ van Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn, aan Tilburg University.

Foto: Marco Nedermeijer (Flickr Creative Commons)