We weten inmiddels dat aansluiten bij de hobbels die mensen te nemen hebben in hun leven, en waar ze steun bij kunnen gebruiken, onvoldoende lukt vanachter het bureau. Mij staat dan ook voor ogen dat we bij de herinrichting van het sociaal domein de transitie moeten maken naar een flexibel steunend netwerk dat meebeweegt met de grilligheid van het leven. Het is mijn ervaring dat daartoe de inbreng van ervaringsdeskundigen hard nodig is.
Een ervaringsdeskundige is iemand die persoonlijke ervaringen met en collectieve kennis over ontwrichting professioneel inzet ten behoeve van anderen. Ontwrichting is een algemene noemer voor bijvoorbeeld psychisch lijden, ziekte, handicap, armoede en crisissituaties. Daarbij gaat het vooral over hoe ermee om te gaan en hoe veerkracht te ontwikkelen. De eigen doorleefde processen en de collectieve kennis daarover bieden handvatten – en een hoopvol perspectief – bij het coachen van anderen die een (uit)weg zoeken in soortgelijke situaties.
Het is een middel om kloof tussen systeem- en leefwereld te verkleinen
De inzet van ervaringsdeskundigheid is vooral doorgestoten in de ggz. Langzamerhand komen daar nu ook andere terreinen bij, waaronder het sociaal domein. Maar wat hebben we eraan om ervaringsdeskundigen als collega’s uit te nodigen aan onze werktafels?
Ervaringsdeskundige inzet is een middel om de kloof tussen de systeemwereld waarin mensen ‘cliënten’ of ‘patiënten’ worden en de leefwereld van deze mensen, te verkleinen. Het is een middel in de transitie van de systeemwereld waarin hulpverleners opereren.
Eindgebruikers van zorg- en welzijnsorganisaties zijn niet gebaat bij veerkracht-ondermijnende, aanbod gestuurde, bureaucratische bolwerken. Zij hebben behoefte aan aansluitende, steunende lokale netwerken, die kunnen meebewegen met de grilligheid van het dagelijks leven en met hun voortdurend veranderende behoeften aan steun.
Voor je het weet is het ervaringsdeskundig perspectief verdwenen
Ervaringsdeskundigen in de ggz worden vooral in het systeem aan het werk gezet. Ze worden, al dan niet daartoe opgeleid, vooral in een-op-een-contacten ingezet, in het primaire proces. In de voorzieningen die onder de WZV (Wet Ziekenhuisvoorzieningen) vallen, komt daar nog eens het moordende productie draaien bij. Ook voor ervaringsdeskundigen. Zo dreigt beïnvloeding van de transitie in dat werkveld niet te lukken.
Meedraaien in een omgeving als eenling, als één ervaringsdeskundige in een team dat overigens nauwelijks weet heeft van de meerwaarde ervan, leidt al snel tot de kleur aannemen van die omgeving. De collega’s zijn aardig en de werkdruk is hoog en ja, de patiënten kunnen ook erg lastig zijn … en voor je het weet is het ervaringsdeskundig perspectief verdwenen. En is de ggz enkele goedkope arbeidskrachten rijker.
We willen niet inboeten op onze specifieke expertise
Als voorzitter van de Vereniging voor Ervaringsdeskundigen (VvEd) voor alle sectoren in zorg en welzijn, ben ik sterk voor een gedegen verantwoording van de kwaliteit van ervaringsdeskundigheid. Ik ben voor professionalisering, maar dan wel volgens de waarden die autonoom vanuit ervaringsdeskundig perspectief te formuleren zijn.
Ik vind professionalisering een dilemma. We willen positie, voet aan de grond, maar niet inboeten op onze specifieke expertise. We willen een opleidingsstelsel, maar niet één waarin het gros van de lesuren opgaat aan modules ‘pathologie’.
Om van te leren
Wat valt te leren van de ervaringen in de ggz? Hoe kunnen we de risico’s die we daar lopen vermijden in de sociale sector? Mijn advies aan werkers in de sociale sector: probeer uit de valkuil te blijven van de ervaringsdeskundige willen kneden en vormen net zolang tot hij of zij in uw comfortzone past. Dat wil zeggen: uw taal spreekt, of liever jargon, uw perspectief heeft overgenomen en uw werkwijzen heeft eigen gemaakt. Hoed u dus voor de professionaliseringsparadox.
Mijn tweede advies heeft te maken met de vele veranderingen in het sociaal domein. In de psychiatrie is, net als in het sociaal domein, veel gaande, staat er veel beweging en verandering op stapel. Al was het maar dat hele organisaties worden gereorganiseerd naar bijvoorbeeld gebiedsteams, de ggz-variant op de sociale wijkteams.
Het is heel begrijpelijk dat medewerkers die turbulentie boven het hoofd kan groeien. De hang naar controle leidt dan tot reacties als: ‘De uitdagingen waar we nu voor staan, zijn al ingewikkeld genoeg. Is het niet beter voor de ervaringsdeskundige als deze in een rustig gespreid bedje komt?’
Zoek ze juist nu de turbulentie van de veranderingen groot is
Ik zou zeggen: zoek ze nu, de ervaringsdeskundigen uit de doelgroepen waarvoor u werkt, juist nu de turbulentie van de veranderingen zo groot is. Dat is het juiste moment om samen met ervaringsdeskundigen beleid te ontwikkelen dat leidt tot adequaat voorzien in de ondersteuningsbehoeften.
Daartoe is de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid bedoeld: samen vormgeven aan een nieuwe zorg- en welzijnssector. Dat zal uiteindelijk vele malen vruchtbaarder blijken dan nu eerst beleid maken en straks enkele ervaringsdeskundige poppetjes in dat keurslijf aan de slag te laten gaan.
Ons land zit er vol mee
Waar vind je ervaringsdeskundigen om mee uit te wisselen, om te betrekken bij werkzaamheden en mee innovaties te initiëren in gemeente, organisatie of zorginstelling? Eerlijk gezegd: ons land zit er vol mee. Soms misschien verborgen achter de muren van de ggz-instellingen, maar veel vaker in dienst van die instellingen ambulant werkend in de wijk.
Veel ervaringsdeskundigen zijn trekkers van initiatieven als herstelwerkplaatsen of zelfregie-centra. Deze plekken zijn enorme kweekvijvers van aanstormend talent. Maar ervaringsdeskundigen werken ook in de armoede-hulpverlening, in de forensische zorg, verslavingszorg en in de hulp aan chronisch zieken en gehandicapten, ten behoeve van mensen met een verstandelijke beperking, in projecten die vallen onder de participatiewet en ten slotte zelfs al voor het UWV.
Wilma Boevink is sociaal wetenschapper en ervaringsdeskundige. Ze is voorzitter van de Vereniging voor Ervaringsdeskundigen en Director User Research Center bij Trimbos-instituut. Lees hier haar lezing op de Beleidsdag Sociaal Domein 2018.