Ed van Hoorn stelt dat burgers ondanks maatschappelijke en iatrogene schade blijven roepen om meer ggz, terwijl de psychiatrie een pseudowetenschap is en de invloed van de farmaceutische industrie op psychiaters heeft geleid tot een ‘tsunamistisch’ medicijngebruik. De burger is verslaafd aan de ggz en Van Hoorn bepleit een abolitie, een afschaffing van deze slavernij. Hij schept genoegen in zijn exercitie, schuwt de grote woorden niet. Over zijn vijfstappenplan wil ik de volgende vijf opmerkingen maken. Tot slot wil ik ingaan op een meer levensvatbaar alternatief.
Het manifest is teken van een onrustbarende werkelijkheid…
Het manifest is een teken aan de wand, het is gestoeld op reële geluiden, de ggz kraakt in haar voegen. Denk aan de wachtlijsten, de eindeloze intake- en indicatieprocedures, aan de vruchteloze opdeling in zorgpaden in een onoverzichtelijke en gebureaucratiseerde sector.
Denk ook aan de geïnstitutionaliseerde ontrouw door het veelvuldige wisselen van zorgverlener, aan de matige effectiviteit en last but not least de maatschappelijke stigmatisering en uitstoting van cliënten. Het psychofarmacagebruik loopt inderdaad huizenhoog op. De ggz staat er niet fraai op.
… en onvolledig
Van Hoorn lijkt alleen de ggz voor de meer ernstige psychiatrische problematiek voor ogen te hebben. Hij heeft het niet over het stuwmeer aan lichte en matige psychische problematiek. Er zijn talrijke geluiden dat de ggz met name slecht functioneert voor de meer ernstige gevallen, dat betreft met name de grotere instellingen.
Over de duizenden vrijgevestigde psychologen, psychotherapeuten en psychiaters die veelal de iets beter functionerende cliënten behandelen, zijn minder onrustbarende geluiden te horen.
… en arrogant
De burger is verslaafd aan de ggz, heeft dat niet door, en Ed van Hoorn moet ons wakker kussen. Een arrogante stellingname, waarmee hij potentiële cliënten en hun hulpvraag niet serieus neemt. Echter, dat de zorgvraag de twee afgelopen decennia met driehonderd procent is gestegen, doet de wenkbrauwen wel fronsen.
Zijn we domweg verslaafd of zijn fijnzinniger analyses, zoals van Trudy Dehue of Jan Derksen, op hun plaats? Dehue ziet de stijgende zorgvraag als teken van een veeleisende samenleving die steeds beter functionerende burgers behoeft. De ggz als smeerolie van een westerse samenleving, een geluid uit de jaren zeventig dat nog steeds opgeld doet.
Derksen wijst op de afname van hechtingsverbanden met de toename van individualisering. Dit leidt tot toenemend op zichzelf teruggeworpen zijn en daarmee onzekerheid in een geglobaliseerde wereld.
In opvallend contrast met de oplopende zorgvraag lijdt de ggz overigens in tegenstelling tot de lichamelijke gezondheidszorg wel degelijk onder een gebrek aan vertrouwen bij veel burgers, terwijl de effectiviteit van geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg gelijk is.
… en het klopt niet
Hoezo is psychiatrie een pseudowetenschap? Het doet me denken aan Baudet die als een lonely wolf tegen de wetenschap in de klimaatverandering ontkent.
De onderzoeken zijn echter duidelijk: psychologische en psychiatrische behandelingen hebben geen kleine of grote maar een ‘matige’ effectiviteit, die vooral gebaseerd is op goede relatievorming, geloof in een positief resultaat en inzet van de cliënt. Voeg daarbij een kleine rol voor een goede methodische aanpak. Al deze aspecten zijn, anders dan Van Hoorn schetst, wel degelijk te beïnvloeden.
… en biedt een ontoereikend alternatief
Het programma van Van Hoorn is dat we minder pillen moeten slikken, dat de discriminatie en uitstoting van mensen met ‘ingewikkelde psychische levens’ moet stoppen, dat zorg en huisvesting gescheiden moet worden, en dat mensen elkaar moeten helpen. Goede voornemens, maar ik denk dat mensen met psychisch lijden in hun wanhoop veel meer nodig hebben.
De ggz heeft hiertoe ondanks de vele huidige gebreken het nodige te bieden aan oprechte zorg en gefundeerde behandeling. Deze zorg voor kwetsbare burgers tekent een moderne rechtsstaat. Gooi dat alsjeblieft niet weg en denk creatief na over de hoognodige baanbrekende veranderingen.
Maar hoe dan wel?
Die hoognodige veranderingen omvatten mijns inziens onder meer het vergaand terugsnoeien van de bureaucratie en van de rol van de DSM, het terugdringen van de eindeloze intake- en indicatieprocedures en de specialistische zorgpaden en het herwaarderen van een meer generalistisch behandelmodel. Hiermee is niet gezegd dat generalistische behandeling beter werkt, alhoewel het verschil veel kleiner is dan sommige wetenschappers ons willen doen geloven. Het bijkomende voordeel van het niet wisselen van zorgverlener is echter essentieel voor het behandelingsresultaat.
Zorgverleners kunnen weer trouw blijven aan hun cliënt, weer verantwoordelijkheid en roeping gaan voelen. In die ggz krijgen professionals meer ruimte op basis van vertrouwen én mogen ze tegen hun cliënten zeggen dat behandeling lang niet altijd werkt, zonder dat de instelling het op de zenuwen krijgt – de marktwerking wordt immers teruggedrongen.
Bert Vendrik is Kinder- en Jeugdpsycholoog in een praktijk voor generalistische en specialistische ggz in Beuningen. Hij is tevens publicist. Onlangs verscheen van zijn hand het boek ‘Kairos en Chronos in de ggz, op zoek naar een evenwicht tussen bezieling en orde’, 2019. Zie www.bertvendrik.nl.
Foto: Just Another Shot (Flickr Creative Commons)