Nieuwe ouderenzorg: er vallen ouderen buiten de boot

Onder ouderen bestaan grote en groter wordende verschillen in gezondheidsproblemen en behoeften aan zorg en ondersteuning. Dit is oneerlijk én onnodig, betogen Mirre van Veen en Catelijne Mittendorff van Pharos. Zij hebben adviezen voor een nieuw kabinet.

Op 65-jarige leeftijd is de gemiddelde levensverwachting van mensen met een praktische opleiding vier tot vijf jaar korter dan de levensverwachting van mensen met een hbo/wo-opleiding (CBS, 2023). Daarnaast zien we een duidelijke link met inkomensniveau: 53 tot 56 procent van de mensen uit laagste inkomensklasse ervaart hun gezondheid als goed, tegen 80 procent uit de hoogste inkomensklasse (vzinfo, 2020).

‘Dubbele vergrijzing’

De gezondheid van ouderen is vaak een optelsom van de omstandigheden waarin mensen leven en geleefd hebben én een opeenstapeling van chronische stress (Pharos, 2021). Denk daarbij aan de directe en indirecte gevolgen van geldzorgen, een slechte woning, discriminatie of ongezond werk op gezondheid en welzijn.

Maar gezondheidsverschillen ontstaan ook doordat een deel van de ouderen (en hun formele of informele zorg- en hulpverleners) meer moeite heeft om de weg te vinden naar zorg en ondersteuning en er te weinig passend aanbod is (SCP, 2021).

Deze ‘dubbele vergrijzing’ stelt de politiek voor lastige beleidskeuzes

Tegelijkertijd zijn er grote uitdagingen in het toekomstbestendig organiseren van zorg en ondersteuning voor ouderen. In Nederland wordt de groep ouderen steeds groter, zij worden gemiddeld steeds ouder. Deze ‘dubbele vergrijzing’, in combinatie met stijgende zorgkosten en krapte op de arbeidsmarkt, stelt de politiek voor lastige beleidskeuzes.

Tip van de redactie: jaarboek Ouderen als oplossing

In Ouderen als oplossing, het nieuwe jaarboek van Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, onderzoeken veertig experts hoe de samenleving welkomer kan worden voor actieve ouderen. Weg met het seniorisme en het manisch positivisme.

Toekomstbestendige ouderenzorg is een van de grootste maatschappelijke opgaven van vandaag en het is overduidelijk dat het anders moet dan nu.

Geen goede uitgangspositie

Voormalig minister Helder pleitte daarom voor een ‘majeure omslag in denken en doen’ (VWS, 2022). Het inmiddels demissionaire kabinet koos in het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) voor de nieuwe norm ‘Zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan’.

Dit adagium veronderstelt echter dat iemand een passende woning heeft, een (mantelzorg)netwerk en een bepaalde mate van eigen regie om de weg te weten in het oerwoud van aanbieders van zorg en ondersteuning. Helaas zijn er grote groepen ouderen die dit allemaal niet hebben.

Doorgaans hebben zij geen of beperkte digitale vaardigheden

Een aanzienlijk deel van de ouderen (en hun formele of informele zorg- en hulpverleners) worstelt met een wirwar van regeltjes en richtlijnen. Verschillende vormen van zorg en ondersteuning vallen onder verschillende wetten (Wmo, de Zvw of de Wlz), die allemaal hun eigen uitvoeringspartijen en toegangscriteria hebben. Dat is niet te doen. En al helemaal niet voor ouderen die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen, beperkte digitale vaardigheden hebben of anderszins over minder gezondheidsvaardigheden beschikken.

Mantelzorg

We spreken hier niet over een kleine groep. In Nederland heeft een op de vier Nederlanders onvoldoende of beperkte gezondheidsvaardigheden (Nivel, 2021). Zevenhonderdduizend mensen ouder dan 65 jaar (een op de vijf) hebben grote moeite met lezen, schrijven of rekenen. Doorgaans hebben zij ook geen of beperkte digitale vaardigheden, wat betekent dat het voor hen heel lastig is om zorg op afstand te ontvangen (Leyden Academy).

Veel ouderen ervaren nu al een tekort aan geschikte woningen

Ook zijn er hoge verwachtingen met betrekking tot mantelzorg. Het is echter belangrijk zich te realiseren dat niet iedere oudere een sociaal netwerk heeft waarop een beroep kan worden gedaan. In een recente enquête van de Raad van Ouderen (2023) gaf 29 procent van de respondenten aan dat er geen mantelzorger in een straal van tien kilometer rond hun huis woont.

Het hebben van een passende woning is evenmin vanzelfsprekend. Veel ouderen ervaren nu al een tekort aan geschikte woningen (Commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen, 2020). Het gebrek aan woonmogelijkheden tussen ‘thuis’ en ‘verpleeghuis’ speelt vooral in de sociaaleconomisch zwakke stadswijken, waar ouderen in een kwetsbare positie vaak sociaal geïsoleerd raken – zij kunnen bijvoorbeeld letterlijk de trappen niet meer op en af.

Het is hard nodig dat de beleidsmakers zich allereerst bepaalde vragen stellen

Er is duidelijk behoefte aan nieuwe, betaalbare vormen van woonzorg voor mensen met een laag inkomen. Toch is er nog onvoldoende aandacht voor het financieel haalbaar maken van woonarrangementen met aanbod van zorg en welzijn voor ouderen met een kleine portemonnee (Platform31, 2018).

‘Majeure omslag’ inclusief maken

Als je de nieuwe norm van zelf, thuis en digitaal als uitgangspunt neemt, zie je een grote groep ouderen in kwetsbare omstandigheden over het hoofd. Dit maakt de norm weinig inclusief. Op zich is het prima als een nieuw kabinet verder wil op het ingezette spoor, maar het is hard nodig dat de beleidsmakers zich allereerst bepaalde vragen stellen.

Vermijdbare gezondheidsverschillen zijn onacceptabel

Hoe gaan we ervoor zorgen dat ook mensen die minder makkelijk mee kunnen komen dit ook gaan kunnen? Wat is er nodig om de ‘majeure omslag’ inclusief te maken? Ook staat een nieuw kabinet voor de vraag: wat als het niet kan? Wanneer het niet lukt, is er dan een vangnet? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Als we dit niet doen, zullen de gezondheidsverschillen onder ouderen snel toenemen.

Suggesties voor nieuw kabinet

Gezondheidsverschillen horen deels bij de laatste levensfase, maar vermijdbare gezondheidsverschillen zijn onacceptabel. Daarom zijn extra aandacht en ‘ongelijk investeren’ (extra investeren in kwetsbare groepen) nodig, zodat iedereen een gelijke kans heeft op gezond ouder worden.

Onderneem stappen om de complexiteit van het stelsel te verminderen

Om de nieuwe norm voor de ouderenzorg en -ondersteuning inclusief en integraal vorm te geven, moet het nieuwe kabinet aan de slag met de volgende aandachtspunten:

1. Ga met ouderen in een kwetsbare situatie (met een lagere sociaaleconomische status of migratieachtergrond) in gesprek en breng in kaart wat hun wensen en verwachtingen zijn ten aanzien van hun oude dag;

2. Breng hun wensen en ervaringen op het gebied van wonen in kaart en voer een beleid dat voorziet in passende betaalbare woningen voor iedereen;

3. Houd rekening met ouderen met een beperkt sociaal netwerk die geen beroep op mantelzorg kunnen doen en bied hen een vangnet en passende ondersteuning;

4. Onderneem stappen om de complexiteit van het stelsel te verminderen en toegankelijkheid van zorg en ondersteuning (betaalbaar, passend, begrijpelijk en beschikbaar) te garanderen voor alle ouderen, ongeacht multiproblematiek, gezondheidsvaardigheden, sociaaleconomische positie of migratieachtergrond;

5. en tot slot: toets of het voorgenomen nieuw beleid werkelijk gaat bijdragen aan het terugdringen van gezondheidsverschillen.

Extra aandacht besteden aan ouderen met migratieachtergrond

De groep ouderen met een migratieachtergrond vereist extra aandacht. Nu al heeft zo’n 15 procent van de ouderen (55+) een migratieachtergrond en dit aandeel zal in de komende jaren snel toenemen.

Zij hebben gemiddeld meer gezondheidsproblemen dan leeftijdsgenoten zonder een migratieachtergrond. Zo stijgt het aantal mensen met dementie twee keer zo snel onder mensen met een migratieachtergrond dan bij anderen. Dit verschil wordt mede veroorzaakt doordat risicofactoren voor het ontwikkelen van dementie, zoals suikerziekte en verhoogde bloeddruk, bij hen vaker voorkomen.

Daarnaast spelen problemen met de Nederlandse taal, laaggeletterdheid en een gebrek aan kennis over de mogelijkheden binnen de Nederlandse zorg een grote rol. Ook bij de zorgverleners spelen belemmerende factoren, zoals vooroordelen (bijvoorbeeld ‘zij zorgen voor elkaar en hebben minder hulp nodig’) en handelingsverlegenheid.

Mirre van Veen en Catelijne Mittendorff werken bij Pharos – expertisecentrum gezondheidsverschillen. Kijk hier voor meer informatie over gezondheidsverschillen bij ouderen

 

Foto: Jsme MILA via Pexels.com